Onderwijstijd – de 1040 uren norm
Waarom zo’n heisa over een norm die al jaren onveranderd hoog is? Of nee, dat klopt niet helemaal, tot voor kort moesten leerlingen nog 1067 uur per jaar naar school, de norm is dus recent nog verlaagd. Zijn de leerlingen verwend en moet de zweep over de stakende meute?
Niet dus, want er is wel degelijk iets aan de hand. Sinds vorig jaar wordt er namelijk streng gecontroleerd op het halen van de norm. Als scholen de norm niet halen krijgen ze een flinke boete en lopen ze zelfs het risico dat de financiering wordt stop gezet. Voor die tijd werd het niet halen van de norm, volgens goed Nederlands gebruik, gedoogd.
Het kwam enkele jaren geleden voor dat scholen met moeite 900 uur per jaar haalden. Twee weken of zelfs drie weken voor de zomervakantie hadden de leerlingen op school behalve boeken inleveren en een sportdag weinig meer te doen. Ouders klommen toen in de pen en de minister was het met ze eens. Met als gevolg het einde van het gedoogbeleid.
De scholen hebben de grootste moeite om met de nieuwe situatie om te gaan, met als gevolg gekunstelde oppas-uren die door leerlingen terecht als nutteloos worden ervaren. De scholen geven aan dat ze niet genoeg geld ontvangen om de extra lessen te verzorgen en zo een nuttige invulling voor de extra tijd te creeren. De minister is het daar niet mee eens.
In de afgelopen jaren hebben vakbonden, in samenwerking met de medezeggenschapsraden van de scholen, hun best gedaan om de arbeidsvoorwaarden van de docent te verbeteren. En met succes. Minder lessen per week, meer tijd voor ontwikkeling en begeleiding. Zo is ondermeer afgesproken dat een schooljaar uit 36 lesweken bestaat. Om de norm van 1040 uur te halen zijn echter minimaal 39 weken nodig als je tenminste niet van 8.00 tot 18.00 uur op school wilt zitten. Met de arbeidsvoorwaarden die scholen en vakbonden overeen zijn gekomen was het ook in die tijd onmogelijk om de (toen nog) 1067 uur te halen. Alleen werd dat toen nog gedoogd.
Om met hetzelfde geld en dezelfde arbeidsvoorwaarden de norm van 1040 uur te halen is een haast onmogelijke opgave. Met een gelijk aantal docenten moeten namelijk veel meer lessen worden verzorgd. Dat betekent dat docenten ongeveer twee lessen per week meer voor de klas moeten staan en dat bovendien meer weken per schooljaar. Leg het ze maar uit. Het lijkt voor de hand te liggen dat er inderdaad meer geld naar de scholen moet wil men vasthouden aan de norm. De arbeidsvoorwaarden uitkleden in een tijd dat het nodig is het beroep van docent aantrekkelijker te maken, vanwege een dreigend structureel tekort aan docenten, lijkt mij niet echt logisch.
Een andere oplossing is natuurlijk de norm loslaten. En niet eens zo’n verkeerde oplossing als je het mij vraagt. Zorg ervoor dat leerlingen niet drie weken voor de zomervakantie ‘vrij’ zijn maar geef wel wat ruimte voor een vrije invulling van de onderwijstijd. Controleren dus op kwaliteit en het behalen van de leerdoelen en niet op kwantiteit. Of het ministerie het hier nou mee eens is of niet, het zal er wel op uitdraaien. Meer geld is er niet, de leerlingen en de docenten zullen niet bijdraaien en dan is het tijd voor een pragmatische oplossing.