Gaudí Night in De Purmaryn

v.l.n.r.: Patrick, Frank, DamiaenDe afgelopen weken zijn Damiaen, Patrick, Frank en meneer Olsthoorn (ikke) druk geweest met de voorbereiding voor de talentenjacht van SG Antoni Gaudí, Gaudí Night. De Green Day fanaten Damiaen en Patrick wilden niets liever dan een liedje van hun helden spelen op het podium van het Purmerendse theater Purmaryn. Een – zelfbenoemde – drummer vonden ze al gauw in eersteklasser Frank. De bassist was moeilijker te vinden. Toen Damiaen aan het eind van mijn les vertelde dat hun avontuur bij gebrek aan bassist dreigde te stranden, smolt mijn muzikantenhart. “Ik heb een basgitaar”, floepte er zomaar uit. De ogen van Damiaen begonnen te glimmen en ik was verkocht. Het avontuur was begonnen.

Hoe graag de mannen ook wilden spelen, het moeilijkste onderdeel van de voorbereidingen was wel het maken van afspraken. Vooral met vage Frank was dat geen doen. Ergens in maart, vlak voor de eerste auditieronde, was het wonderwel toch gelukt. In de oefenruimtes van P3 hebben we gerepeteerd. Drummer Frank had (toen nog) twee drumstokken maar geen idee wat hij er mee moest doen. Ik heb het ritme voorgespeeld. Boem-tik-tik-boem. Zoiets. Meer kon ik er niet van maken en Frank al helemaal niet. Het was een nuttige repetitie. De mannen waren leergierig tot op het bot en verwerkten mijn aanwijzingen bliksemsnel. Eén ding was duidelijk, er was nog veel werk te verzetten.

Wonder boven wonder kwamen we door de eerste ronden van de autditie’s heen. Het lukte niet om voor de tweede ronde nog samen te spelen. Telkens was er minstens één bandlid dat niet van een gemaakte afspraak op de hoogte was. Of anders was iemand het wel gewoon vergeten.

“Kan je zondag oefenen Frank?”
“Ik weet niet, ik denk het wel”, was dan het steevast het antwoord.
“Hoe bedoel je, ik denk het wel. Kan je nou wel of niet?”
“Man, kom nou maar gewoon”, was dan het antwoord van Frank.
Jaja, Frank is mij er eentje. Zo eentje van ‘de bus heeft mij gemist’. Ik heb voor altijd een zwak gekregen voor die jongen. Maar dus wel onmogelijk om mee af te spreken.

De tweede ronde leek het er toch echt op dat we er niet door zouden komen. Zelfs na drie keer opnieuw inzetten kregen we het liedje niet op de rit. Na afloop hebben we elkaar alvast bedankt voor de leuke ervaring. Het was mooi, we hebben veel geleerd, volgend jaar beter. Vlak voordat ik naar huis ging kwam ik juryvoorzitter Joeri tegen. “Het zou toch wel heel leuk zijn als jullie het toch zouden proberen”, zei hij. We waren het enige bandje en een echte aanvulling op het programma. “Okay”, zei ik, en wist dat er voor mij een schone taak lag dit avontuur tot een goed einde te brengen. Van het organisatietalent van de jonge muzikanten moesten we het niet hebben.

De grootste uitdaging was dus het vastleggen van minimaal twee momenten voor repetitie. Ik heb de jongens uiteindelijk een ultimatum gesteld. Als ze niet binnen een dag zouden komen met een datum en een tijdstip, dan stopte ik ermee. Het hielp. Ietsjes. Het tijdstip dat we afspraken bleek uiteindelijk ongeschikt. De muziekschool toch net het andere weekend op zondags geopend. Het lukte om in de vier resterende dagen voor de grote avond nog twee keer te repeteren. Nadat de afspraak voor maandag was gemaakt kon ik op de valreep een oefenruimte reserveren bij Tripple Showtechniek in de Baanstede. Omdat het buiten de stad lag heb ik de mannen met de auto opgehaald bij de grote Febo in het stadje. Versterkers ingesteld, microfoons aangesloten, drumbekkens gemonteerd. Klaar voor de start, maar… Frank had geen drumstukken.
“Hoezo niet?
“Heb ik niet.”
“Hoezo, heb ik niet? Vergeten?”
“Nee, ben ik kwijtgeraakt.”
Frank zag er geen probleem in, we hadden tenslotte drie microfoons, en maar één zanger. Dan maar geen achtergrondkoortje, toch? Hij drumde dus met de microfoons. Strakker dan ooit daarvoor. Ik was werkelijk onder de indruk van de vooruitgang die hij had gemaakt. De roffels waren strak, hij gebruikte de goede trommels op de juiste momenten, net als de bekkens. Petje af. Tot het eind van de repetitie bleef Frank bovendien strak in het ritme. Toen sloeg de vermoeidheid toe en viel hij ongeveer boven zijn drumstel slaap.

De avond in de Purmaryn was één groot feest. Of, eigenlijk begon het feest ’s middags al. Wat een geweldige ervaring om al die leerlingen zo enthousiast te zien. Vol toewijding en vast van plan om de hoofdprijs in de wacht te slepen. Met een bandje spelen vraagt wat meer voorbereiding dan een karaoke cd inleveren bij de geluidstechnicus. Een basversterker huren en een elektronisch drumstel lenen van een hele goeie vriend van meneer Olsthoorn. Mijn loodzware antieke Marshall gitaarversterker ook maar meenemen voor de zekerheid. Inderdaad goed voorzien, de micro-versterker van Patrick schoot te kort in de grote zaal. De generale doorloop ging haast te perfect. Als dat maar goed zou gaan voor het echie. Nog even een paar zenuwachtige uurtjes wachten, pizza eten, ijsberen en eyeliner opsmeren. (Meester ook eyeliner natuurlijk, hij had het tenslotte zelf bedacht…)

Het optreden was waanzinnig. Het op het laatste moment bedacht intermezzo van Damiaen en Patrick werkte als een tiet. Vol overgave rende ze tijdens de bassolo van meneer Olsthoorn de zaal in om iedereen uit de banken te krijgen. En het lukte. De hele zaal stond op zijn kop en klapte vol overtuiging de maat mee. We hebben niet gewonnen. De jury bestond volledig uit conservatorium afgestudeerden. Die weten niet wat rocken is, die houden niet van punk. De pas ontstane band TNT was desondanks dolenthousiast en wilde mij alvast vastleggen voor volgende optredens. De ouders van de jonge bandleden waren apetrots, natuurlijk. En meneer Olsthoorn, die was misschien nog wel het meest trots van allemaal.

Reageer

Archief