De mol
Ik heb een mol vermoord. Hij zat verstrikt in het kunststof gaas dat we ongevraagd in de graszoden meegeleverd kregen. Gisteren moet hij ergens in het midden zijn opgedoken. Een kleine donkere scheur in het groene gras verraadde dat. Kater Joep ging er mee aan de haal en in een ultieme poging wist mijn vrouw hem ervan te overtuigen dat ook het leven van een mol de moeite waard is. In verwarring liet Joep los en meneer mol dook onder, gillend van angst, tussen de planten, in de border naast het gazon. Hij moet vannacht heimwee hebben gekregen naar het gras. Vanmorgen tijdens de afwas zag ik door het keukenraam Joep en Karel (broertje van) dansen rondom een molshoop die maar geen molshoop wilde worden. De katers hielpen de mol enthousiast met het omploegen van het gazon. Het was niet om aan te zien. Mijn mooie gazon, waar ik zoveel noeste arbeid, aandacht en kunstmest aan heb geschonken, in een ochtend geruïneerd. De mol martelende mazen van het net zorgden ervoor dat meneer mol geen kant meer op kon. Wat hij ook ploeterde en ploegde, hij kon niet voor of achteruit. Ik kreeg hem niet te pakken, zelfs niet met hulp van Joep en Karel. En toen, met een genadeloze uithaal van de spade, heb ik hem uit zijn lijden verlost. Onder de grond, door midden gekliefd. Rust zacht Albert, Momfer, of hoe je ook heette…
Maar de mol dacht daar anders over en ploeterde dapper verder. Zelfs na zes welgemikte moordpogingen met de scherpe schep. Als Joep hem niet te pakken krijgt, leeft hij nog lang en gelukkig. Dat heeft hij dan wel verdiend.