Juich!
‘Je kunt beter te vroeg juichen dan nooit juichen.’ Het is de lijfspreuk van mijn vader. En van mij. Het helpt mij bij mijn werk als docent. In het onderwijs is de lijfspreuk vrij vertaald: geef een leerling liever teveel vertrouwen dan geen vertrouwen. Leerlingen in het voortgezet onderwijs groeien door vertrouwen. Het doet meer voor hen dan de beste opdracht of de leukste les. Als het vertrouwen ontbreekt dan mist de belangrijkste voorwaarde om te groeien. Een gebrek aan vertrouwen kan voor grote leerproblemen zorgen. Als je niet oppast worden zesjes vijfjes en blijven leerlingen zitten. Leerlingen stromen af, raken nog meer in de put en verlaten school vroegtijdig. De vicieuze cirkel is moeilijk te doorbreken. Behalve dan… met een flinke dosis vertrouwen.
Er zit een nieuwe jongen in mijn mentorklas, Alex. Hij komt van de schakelklas. Het was de bedoeling om daar opgelopen leerachterstanden weg te werken en zo de overgang naar de beroepsgerichte leerweg in de derde klas van het vmbo mogelijk te maken. Alex had het slecht naar zijn zin bij de schakelklas. Hij was boos en vond het niet eerlijk dat hij was afgezonderd van vrienden en klasgenoten. Het lukte hem daardoor niet om zijn achterstanden weg te werken. Op het laatst volge hij nog maar één uurtje les per dag. Dat was in overleg met de leerplichtambtenaar nog alles wat haalbaar was.
De schakelklas is opgeheven. Omdat er op een nieuwe school geen plaats was voor Alex zit hij tot het eind van het schooljaar in mijn klas. Het helpt dat hij inmiddels de goede medicatie gebruikt om zijn concentratieproblemen te controleren. Het helpt ook dat mijn mentorklas hem met open armen heeft ontvangen – dat Alex een lieve jongen is maakte dat gemakkelijk. Maar wat hem nog het meest helpt is dat hij ontzettend blij is dat hij weer in een ‘gewone klas’ zit, op een ‘gewone school’.
Ik besprak met Alex dat hij wat tijd nodig zou hebben om weer in het normale ritme te komen. Van één uurtje per dag naar lange dagen van half negen tot half vier, is een flinke overgang. Daarbij komt nog het wennen aan de medicatie en het halverwege het schooljaar ‘gewoon’ meedoen met de reguliere lesstof. Het is nogal wat. Ik ben dan ook ontzettend trots op Alex dat het lukt. De weektaak, met daarin het werk voor alle vakken, is nu deze week bijna helemaal af. Volgende week gaat het hem lukken om de weektaak af te krijgen. Het gaat nu zelfs zo goed dat we ons afvragen of het nog wel nodig is om door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Alex haalt de ene voldoende na de andere. Het klassenteam is net zo enthousiast als ik. Waarom zou het niet lukken? Het is een hele sociale jongen. Hij zou het goed naar zijn zin hebben op het zorgplein, bij de sector Zorg & Welzijn. Volgens de regels kan hij niet over omdat hij te veel lesstof heeft gemist. Maar zou hij het aankunnen? Dat vind ik een betere vraag. Ik ben er van overtuigd van wel. Hij zou zó blij zijn dat hij ‘gewoon’ de kans krijgt om zijn vmbo-diploma te halen, dat de kans van slagen er met honderd procent door zou toenemen. En nu maar hopen dat ik de juiste mensen hiervan kan overtuigen.
Ik hoop dat ik niet te vroeg juich. In ieder geval genieten we samen van het moment.
Deze column verscheen eerder in vakblad ‘Bij de les’.