In de war
Ik ben lid geworden van het CDA. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik sta zelfs op de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Het schrijven van een column in deze krant heeft mijn politieke betrokkenheid verder vergroot. Het interesseert mij enorm hoe raadsleden en politieke partijen tot een besluit komen. Vaak ben ik kritisch over het resultaat, maar ik heb ook veel bewondering voor de oprechte betrokkenheid van politici bij de samenleving.
Waarom het CDA? Goeie vraag. Wie het mij een jaar geleden zou hebben voorspeld zou ik voor gek hebben verklaard. Ik ben niet bepaald gelovig en al helemaal niet kerkelijk. Door een toevallige ontmoeting en naar aanleiding van het schrijven van deze column, ben ik benaderd door het bestuur van het CDA. Ik was gevleid, maar tegelijkertijd terughoudend. Uiteindelijk won mijn nieuwsgierigheid het en heb ik een aantal fractievergaderingen bijgewoond. In de fractie zitten betrokken mensen die weten waar ze het over hebben. Ik voelde mij er gelijk op mijn gemak, dat had ik eigenlijk niet verwacht. Ik weet ook niet zo goed hoe het komt, maar ik voel ik mij thuis bij mensen van de kerk. Het zal iets met de Christelijke normen en waarden te maken hebben. Christelijke mensen zijn vaak bescheiden. Ze hebben niet zoveel last van hun ego.
Het komt natuurlijk niet helemaal uit de lucht vallen. Mijn vader was priester toen hij mijn moeder leerde kennen. Ze werden verliefd en dat was een schande in die tijd. Mijn ouders volgden hun hart en mijn vader zei noodgedwongen het priesterschap vaarwel. Nadat ze getrouwd waren zijn mijn ouders nog lang actief geweest in de katholieke gemeenschap in Ilpendam. Daarna hadden ze met geen enkele kerk nog binding.
Ik wilde deze column eigenlijk wijden aan het in mijn ogen onzalige plan om autobedrijven langs de A7 te vestigen. Maar mijn eigen CDA heeft zich in de laatste raadsvergadering vóór deze plannen uitgesproken. Nu ben ik in de war. Kan ik deze column nog wel schrijven?
Deze column verscheen eerder in Dagblad Waterland.