Etterbakkie
Mike was een etterbakkie, en ik een beginnende docent in het vmbo. Ik zat nauwelijks een jaar op de lerarenopleiding en had nog geen stage gelopen toen ik mijn eerste baan kreeg. Het sollicitatiegesprek duurde tien minuten. De twee deelschoolleiders die tegenover mij zaten dachten wel dat ik het zou kunnen. Dat het de laatste dag voor de zomervakantie was zal ook hebben meegespeeld. Je begint de vakantie nou eenmaal lekkerder als je alle vacatures hebt ingevuld. In die tijd was er meer vraag naar docenten dan aanbod. Ik was vierentwintig jaar. Van een lesplan had ik nog nooit gehoord. Ik dacht dat leerlingen vanzelf wel naar mij zouden luisteren. Als ik aardig zou zijn voor hen, dan zouden ze dat vast ook wel voor mij zijn. Wist ik veel. Als ik erop terugkijk begrijp ik niet dat ik het heb aangedurfd.
Ik gaf les in de vakken informatiekunde, techniek en natuur- scheikunde. Aan klas 2A gaf ik alle drie de vakken. Het was een echte basisklas. Er was weinig concentratie, vooral als het te theoretisch werd haakten veel leerlingen af. De kinderen in de klas vertoonden alle onzekerheden die bij de leeftijd horen. De meesten hadden sterk de behoefte zichzelf te bewijzen en daarvoor was ik de aangewezen persoon. Ze konden ruiken dat ze met een beginnende docent te maken hadden. Ik werd gereld van alle kanten en begreep niet waaraan ik dat te danken had.
Mike had een ondeugende kop. Van alle leerlingen in de klas had hij er zichtbaar het meeste lol in om mij het leven zuur te maken. Daar reageerde ik op als door een wesp gestoken. Mike kreeg straf. Mike kreeg zelfs regelmatig straf. Ik moest toch iets? Mike vond het na de zoveelste keer niet terecht en ging de discussie aan. Hij was toch niet de enige? Ik liet me verleiden tot de discussie. Mike had natuurlijk wel een punt.
Uiteindelijk liep het hoog op en Mike barstte in tranen uit. Zijn rechtvaardigheidsgevoel vertelde hem dat hij gelijk had, dus was het zo. Ik voelde wel aan dat ik hem zo niet naar huis kon sturen. Waar Mike bij was belde ik zijn ouders op om te vertellen wat er aan de hand was. Zij kende hun ondeugende zoon wel een beetje, maar dat die stoere jongen nu aan het huilen was moest toch ook ergens vandaan komen. We kwamen er over de telefoon niet uit. Ik stelde voor dat ik ’s avonds bij hen op bezoek zou komen om er over te praten. Ze woonden bij mij om de hoek. We hoefden niet lang te praten. De ouders hadden vrij snel door hoe de vork in de steel zat. De onervarenheid droop van mij af, en Mike bekende kleur zonder dat hij daar zelf erg in had. Hij was in het bijzijn van zijn ouders tegen mij net zo brutaal als in de klas. Het bezoek had een haast wonderlijk effect. Niet alleen Mike en ik konden weer samen door een deur. Ook mijn relatie met de klas verbeterde enorm. De leerlingen hadden door dat ik het beste met ze voor had. Het was een keerpunt in mijn leven als docent. Vanaf dat moment wist ik bovendien hoe belangrijk het is om goed contact met ouders hebben.
Deze column verscheen eerder in onderwijsvakblad Bij de Les.