Zwiften

Als ik thuis kom van werk is het donker. Ondanks goede verlichting op de racefiets vind ik het niet prettig om in het donker te fietsen. Ook de kou maakt het minder aantrekkelijk om op de fiets te stappen. Drie lagen fietskleding, muts, col, handschoenen en overschoenen, voordat ik ben aangekleed ben ik een half uur verder. En als ik na zo’n winterse tocht thuis kom ben ik soms zo verkleumd dat het de rest van de dag duurt om weer op te warmen. Op zoek dus naar een alternatief.

Ik heb vroeger ooit eens een hometrainer gehad. Na een half uur op dat kreng had ik het dan helemaal gehad. Daar hielp geen muziek of televisieserie tegen, ik vond het doodsaai. Maar nu is er Zwift en stap ik iets minder noodgedwongen op de Tacx. Sterker nog, ik geloof dat ik er een beetje verslaafd aan ben. Gameverslaafd dat is. Zwift is een virtuele fietswereld, een computergame die je koppelt aan je Tacx via ANT+ of Bluetooth. Je tegenstanders komen van over de hele wereld, van Japan tot Nieuw Mexico en van Zweden tot Zuid Africa. Net als jij zitten ze zich op een zolderkamer in het zweet te trappen.Terwijl je naar een scherm kijkt zie je de virtuele landschappen aan je voorbij trekken. Inmiddels zijn er drie verschillende parcoursen ontwikkeld. Naast het fantasie-eiland Watopia, inclusief berg, zijn ook de tijdritparcoursen van Londen en Richmond nagemaakt in Zwift. Alsof je zelf de tijdrit fietst. Bij de Big Ben linksaf en dan in een rechte lijn naar de finish.

Je hoort vogels fluiten en in het stukje parcours onder zeeniveau fiets je langs walvissen en Reuzemanta’s. Op der berg kan het flink sneeuwen en als het windstil is zie je bij schemering de luchtballonnen tussen de heuvels door zweven. Je kijkt je ogen uit.

Om te Zwiften heb je bij voorkeur een slimme fietstrainer nodig. Eentje die de weerstand automatisch aanpast. Dus als je virtueel een berg beklimt van 14 procent, dan voelt dat ook echt als 14 procent. Maar een losse vermogensmeter kan ook. Alleen wordt dan de weerstand niet automatisch aangepast. Voor de ingebouwde Zwift-trainingsprogramma’s werkt dat prima. Misschien zelfs beter, recht toe recht aan het gevraagde vermogen trappen, zonder te hoeven schakelen. Er is genoeg keuze in verschillende vormen van intervaltraining. Zo heb je bijvoorbeeld trainingsprogramma’s die twaalf weken duren, om je goed de winter door te helpen. Er zit dan een opbouw in de duur en intensiteit van de training en als je netjes alles hebt doorlopen ben je klaar voor de voorjaarsklassiekers. Bijvoorbeeld fiets je bij zo’n training twee blokjes van 20 minuten op 250 Watt en in de 10 minuten pauze ertussen herstel je op 125 Watt vermogen. Een andere training kan dan weer gericht zijn op het vergroten van je spierkracht. Bijvoorbeeld door tien seconden 620 Watt vermogen te trappen, wat voor mij neerkomt op bijna maximaal vermogen. Dan een minuut rust en dan weer 10 seconden. En dat dat zes keer achterelkaar.

Als je maximaal wil genieten van je virtuele fietsbeleving, dan is een slimme trainer wel fijn. Zwift heeft dan bijvoorbeeld door wanneer je achter je virtuele fietsmaatje fietst. Dan fiets je uit de wind en is er minder luchtweerstand. Dan past Zwift de weerstand aan en hoef je minder hard te trappen. Dit zogenaamde driften simuleert de werkelijkheid behoorlijk goed. Het is net of je echt in de luwte fietst. Midden in een peloton is er nóg meer voordeel van het gebrek aan luchtweerstand. Het fietsen gaat dan nog net niet vanzelf. Ook past Zwift de weerstand aan als de ondergrond verandert. Bij de overgang van asfalt naar kasseien voel je dat de weerstand toeneemt.

Ondertussen verzamel je punten voor het spel en bereik je hoogtepunten. Voor het eerst de 600 Watt vermogen halen levert een medaille op. Net als het bereiken van de 70 km/uur en het rijden van een 100 kilometer zonder pauze. Als je genoeg punten hebt verzameld kun je inkopen doen. Een mooiere fiets of snellere wielen – met die snelle wielen gaat je gemiddelde snelheid dus ook écht omhoog! Of dat extra speciale shirt dat alleen de echte kilometervreters kunnen ontgrendelen. Het is net als bij een computergame, het motiveert je om door te gaan en om de volgende dag weer op de fiets te stappen. Met dat verschil dat ik nog nooit verslaafd ben geweest aan een “gewone” computergame.

Er wordt ook flink valsgespeeld op Zwift. Meer daarover een volgende keer. Nu moet ik naar zolder. Er staat een groepsrit op mij te wachten.


Reageer

Archief