G-voetbal
Vrijdag is het dan eindelijk zover. De jaarlijkse voetbalwedstrijd tegen het G-team van KGB. G-voetbal is voetbal voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Vorig jaar deed ik voor het eerst mee. Een jaar is net lang genoeg om te vergeten waarom je dit eigenlijk niet moet willen, zonder training en voorbereiding eens per jaar een voetbalwedstrijd spelen. Ik ben al een paar dagen zenuwachtig. De afgelopen week verschenen er elke dag wel nieuwe berichten in de App-groep. Voorpret, zeg maar. Behalve alle ongein had ik sommige berichten maar beter wél kunnen lezen.
Ik ben in goede conditie, fietsconditie wel te verstaan. Van het goede voornemen om in de weken vooraf nog wat looptraining te doen kwam natuurlijk niks terecht. Ik loop nooit hard, waarom zou ik. Ja, in de winter een enkele keer, als ik in de sportschool kom, dan sta ik wel eens op de loopband. Maar dat is het dan ook wel. Van de voetbalwedstrijd van vorig jaar kan ik mij nog herinneren dat twee helften er minsten één teveel was.
Na het avondeten, ruim op tijd, pak ik mijn tas in. Voor een goede warming-up ga ik op de fiets richting S.V. Ilpendam, waar ik half 8 arriveer. Vreemd. Het hek is nog dicht? Oké, ik ben op tijd, maar om acht uur begint de wedstrijd. Toch? Dus ik stuur een berichtje in de groeps-app en vraag of ik me soms in de dag vergis? Gelukkig reageert Martin snel. “Bij KGB”
Ik fiets zo hard als ik kan naar huis naar huis, gelukkig heb ik wind mee. Nog warming-upper dan dit kan ik niet worden. Verhit en bezweet grits ik de autosleutel van de trap. Mevrouw Olsthoorn besluit mee te gaan voor de gezelligheid en de morele steun. Het is toch nog wel een half uur rijden naar Bovenkarspel. Als we eindelijk aankomen is de wedstrijd al lang en breed begonnen: het staat 2-2. Snel kleed ik mij om en precies op het moment dat ik het veld op ren fluit de scheidsrechter af voor de rust. Rust met limonade in plastic bekertjes.
Inmiddels is het twee weken geleden. Een helft bleek lang genoeg voor een week lang spierpijn. Maar dat ben ik over een jaar weer vergeten.