Berichten met de tag: „1040 uur“

Waarom deze leraar gaat staken?

Omdat minister Marja van Bijsterveldt er een zooitje van maakt! Verkeerd gesouffleerd door hoge ambtenaren, adviesraden en andere lobbyclubjes, neemt zij domme besluiten. Vooral de Onderwijsraad is een dubieuze zelfbenoemde club deskundigen met de ballen verstand van onderwijs. Mijlenver verwijderd van de onderwijspraktijk.
Door de zoveelste regering met minachting voor het onderwijs wordt ons de ene na de andere maatregel door de strot geduwd. Want dát is er aan de hand. Wel onderwijzers de les lezen over hoe ze de jeugd van tegenwoordig wijs moeten maken, maar daar in Den Haag zelf geen verantwoordelijkheid voor nemen. Bah!

Er moet meer aandacht zijn voor taal en rekenonderwijs, jongeren moeten les krijgen in waarden en normen, de school heeft een maatschappelijke taak, de examenresultaten moeten omhoog, de aansluiting met het mbo, hbo en wo moet beter, we moeten van de zesjescultuur af, we moeten talenten ontwikkelen, we willen excellente scholen met excellente docenten die excellent onderwijs verzorgen en excellente leerlingen afleveren, scholen moeten ouders betrekken bij het onderwijs, het onderwijs moet competentiegericht zijn, of toch juist niet? het onderwijs moet passend zijn, ‘normale’ leerlingen en leerlingen met een zorgindicatie -of twee- gaan samen weer naar school. En het moet allemaal doelmatiger, het onderwijs is te weinig ‘opbrengstgericht‘ – een eufemisme voor: het moet beter maar het mag niks kosten.

Het geldbedrag dat schoolbesturen van de overheid krijgen is de afgelopen jaren nagenoeg onveranderd gebleven. Met dat geld moet wél meer worden gedaan, scholen moeten aan meer en hogere eisen voldoen. Bovendien zorgt het Actieplan LeerKracht van Nederland -bedoeld om het lerarentekort terug te dringen- ervoor dat de scholen hun leerkrachten aanzienlijk meer salaris moeten betalen. Voor de inkorting van salarisschalen en de introductie van hogere salarisschalen worden de schoolbesturen onvoldoende gecompenseerd. De kortgeleden aangekondigde maatregel om de verplichte onderwijstijd te verhogen van 1000 naar 1040 uur is de druppel die de emmer doet overlopen. De rek is eruit.

De afgelopen jaren heb ik de omstandigheden op mijn school ernstig zien verslechteren. Grotere klassen – 35 vmbo-leerlingen in een klas is gewoon teveel, er zijn maar een paar lokalen waar zo’n klas fysiek in past – te weinig geld voor leer- en hulpmiddelen, geen technisch onderwijsassistent meer met als gevolg (veel) minder practica en andere praktijkopdrachten, geen decaan meer, geen ICT-coördinator, geen geld voor het organiseren van excursies, schoolfeesten, culturele weken en andere themaweken, een verouderd computernetwerk, geen tijd voor onderwijsontwikkeling, geen geld voor het mentoraat, een groot gebrek aan audio- en videoapparatuur, een smoezelig schoolgebouw met een vervallen schoolplein met kapot straatmeubilair. De lijst is oneindig.

Ik heb heimwee naar minister Maria van der Hoeve. Zij begreep dat je het onderwijsveld niet moet lastig vallen met door Haagse pennenlikkers bedachte veranderplannen, en dat je scholen zelf verantwoordelijk moet maken voor de kwaliteit van hun onderwijs. En dat de overheid daarin een faciliterende rol heeft. Zucht.

Staken kan op maandag 9, dinsdag 10, woensdag 11 en donderdag 26 januari.

Onderwijstijd – de 1040 uren norm

Waarom zo’n heisa over een norm die al jaren onveranderd hoog is? Of nee, dat klopt niet helemaal, tot voor kort moesten leerlingen nog 1067 uur per jaar naar school, de norm is dus recent nog verlaagd. Zijn de leerlingen verwend en moet de zweep over de stakende meute?

Niet dus, want er is wel degelijk iets aan de hand. Sinds vorig jaar wordt er namelijk streng gecontroleerd op het halen van de norm. Als scholen de norm niet halen krijgen ze een flinke boete en lopen ze zelfs het risico dat de financiering wordt stop gezet. Voor die tijd werd het niet halen van de norm, volgens goed Nederlands gebruik, gedoogd.

Het kwam enkele jaren geleden voor dat scholen met moeite 900 uur per jaar haalden. Twee weken of zelfs drie weken voor de zomervakantie hadden de leerlingen op school behalve boeken inleveren en een sportdag weinig meer te doen. Ouders klommen toen in de pen en de minister was het met ze eens. Met als gevolg het einde van het gedoogbeleid.

De scholen hebben de grootste moeite om met de nieuwe situatie om te gaan, met als gevolg gekunstelde oppas-uren die door leerlingen terecht als nutteloos worden ervaren. De scholen geven aan dat ze niet genoeg geld ontvangen om de extra lessen te verzorgen en zo een nuttige invulling voor de extra tijd te creeren. De minister is het daar niet mee eens.

In de afgelopen jaren hebben vakbonden, in samenwerking met de medezeggenschapsraden van de scholen, hun best gedaan om de arbeidsvoorwaarden van de docent te verbeteren. En met succes. Minder lessen per week, meer tijd voor ontwikkeling en begeleiding. Zo is ondermeer afgesproken dat een schooljaar uit 36 lesweken bestaat. Om de norm van 1040 uur te halen zijn echter minimaal 39 weken nodig als je tenminste niet van 8.00 tot 18.00 uur op school wilt zitten. Met de arbeidsvoorwaarden die scholen en vakbonden overeen zijn gekomen was het ook in die tijd onmogelijk om de (toen nog) 1067 uur te halen. Alleen werd dat toen nog gedoogd.

Om met hetzelfde geld en dezelfde arbeidsvoorwaarden de norm van 1040 uur te halen is een haast onmogelijke opgave. Met een gelijk aantal docenten moeten namelijk veel meer lessen worden verzorgd. Dat betekent dat docenten ongeveer twee lessen per week meer voor de klas moeten staan en dat bovendien meer weken per schooljaar. Leg het ze maar uit. Het lijkt voor de hand te liggen dat er inderdaad meer geld naar de scholen moet wil men vasthouden aan de norm. De arbeidsvoorwaarden uitkleden in een tijd dat het nodig is het beroep van docent aantrekkelijker te maken, vanwege een dreigend structureel tekort aan docenten, lijkt mij niet echt logisch.

Een andere oplossing is natuurlijk de norm loslaten. En niet eens zo’n verkeerde oplossing als je het mij vraagt. Zorg ervoor dat leerlingen niet drie weken voor de zomervakantie ‘vrij’ zijn maar geef wel wat ruimte voor een vrije invulling van de onderwijstijd. Controleren dus op kwaliteit en het behalen van de leerdoelen en niet op kwantiteit. Of het ministerie het hier nou mee eens is of niet, het zal er wel op uitdraaien. Meer geld is er niet, de leerlingen en de docenten zullen niet bijdraaien en dan is het tijd voor een pragmatische oplossing.

Archief