Berichten met de tag: „Ilpendam“
Parckpop kriebels
Het kriebelt altijd, zo vlak voor het Ilpendamse muziekfestival Parckpop (ja, met cee kaa!). Het mooiste vind ik het, om de week voor het optreden, bij een schemerig avondzonnetje even door het park te wandelen. Er heerst rust, net als de rest van het jaar in het Burgemeester van Oorschotplantsoen. De muziekkapel ziet er nog niet uit als het bruisende podium wat het gaat worden. Toch ruik je dat er iets gaat gebeuren. Het zal mijn verbeelding zijn, of anders is het de keet met toiletten die alvast is neergezet en de onrust aankondigt. Op zondag gaat het gebeuren, dringt het besef dan door. Het motiveert enorm. Die laatste repetities nog even alles op alles. De hele dag de koptelefoon op, om nog de laatste teksten uit het hoofd te leren. (Wat tamelijk kansloos is in mijn geval.) Ik mis het.
Als ik morgen naar Parckpop ga, dan ben ik doodgewoon bezoeker. Geen optreden deze keer. Geen adrenaline die door mijn lijf giert. Geen spanning die pas ver na het optreden weer afzakt. Het maakt het een stuk makkelijker om aandacht te hebben voor de omgeving. Prettig, omdat het festival één grote reünie is. Leuk dus om bij te praten. Vanzelfsprekend veel oude bekenden uit het dorp waar ik ben opgegroeid. Maar ook veel muziekliefhebbende vrienden en kennissen uit Purmerend en wijde omstreken. En natúúrlijk ga ik Hans Dekker even gedag zeggen. Hij is de Jan Smeets van Parckpop en tevens de eigenaar van mijn voormalige stamkroeg, Het Wapen van Ilpendam. Ooit, heeeel lang geleden was ik de eerste gitarist van het allereerste bandje dat speelde op de allereerste editie van Parckpop. Ik ben Hans tot op de dag van vandaag dankbaar dat hij mij die kans heeft gegeven. Het begin van mijn muzikale leven.
Voetbal op gras
Het was al weer jaren geleden. Zonder te overdrijven. In het vierde elftal van Purmerland op zondag. Dat is denk ik wel vijf jaar geleden. Het stond me toen tegen om elke zondag volledig aan voetbal te wijden. Dat wil zeggen, ‘s ochtends voetballen en ‘s middags en ‘s avonds niks meer waard zijn. Naar mate ik ouder word lijkt dat veld steeds breder en langer te worden. Trainen zou helpen, al was het maar een keer in de week. Maar dat lukte in dat laatste jaar bijzonder slecht vanwege een druk weekschema.
Elk jaar als het lente wordt – en het gras steeds groener – dan heb ik heimwee naar voetbal op gras. De geur, het buiten sporten en de lauwe thee met suiker in de afgetakelde kleedkamers. Dat allemaal, en nog veel meer. Het natte gras van de ochtenddauw, strijd met de tegenstander op het scherpst van de snede, een biertje na afloop. Ik mis het.
Zo langzamerhand heb ik steeds meer zin om weer te gaan voetballen bij een club. Helemaal na vandaag. Met zes docenten hebben we een partijtje gespeeld op de velden van Purmersteyn. De klassen van het Da Vinci College hebben daar gymles vanaf april. Heerlijk was het. Ik was kopot, al na vijf minuten. We hebben het bijna anderhalf uur volgehouden. In het begin wat onwennnig, maar het gevoel kwam wonderwel snel terug. De vlijmscherpe korte pass heb ik nog in huis. Ook weer zonder te overdrijven. Twee voorzetten vanaf de zijkant werden mooiteloos tot doelpunt gekopt.
Ik geloof dat er in Ilpendam nog wel een leuk elftal is waar ik misschien in zou passen. Maar eens horen binnenkort.