Berichten met de tag: „Jeugdwerkloosheid“

Opgeleid waarvoor?

Ik dacht altijd dat er niet zoveel verschillen bestonden tussen de Nederlandse cultuur en andere culturen. Totdat ik als beginnende leraar drie Marokkaanse jongens in de klas kreeg. Ik was een beetje bang voor ze. Ze praatte zo hard en waren altijd aan het bekvechten, met veel gebaren erbij. Bij de techniekles konden ze geen moment op hun kont blijven zitten. Hard lachen, dat deden ze ook graag. Wat zijn dit voor aso’s, dacht ik bij mezelf. Ik wist mij er geen raad mee. “Blijf nou een keertje stil zitten! Doe eens even normaal!” Als ik boos werd ging ik net zo hard praten als zij deden. Daar werd het natuurlijk niet beter van. Het heeft mij minstens een half schooljaar gekost om er mee om te leren gaan. Humor heeft ons uiteindelijk gered. Door de verschillen te benoemen en er samen om te lachen ontstond wederzijds begrip. Ik ontdekte dat het drukke macho gedrag erbij hoorde. Het was onderdeel van hun cultuur. Toen ik er oog voor kreeg vond ik het grappig en op een gekke manier vertederend.

Ook bij leerlingen van andere culturen kostte het vaak moeite om de culturele kloof te overbruggen. Vooral met temperamentvolle meiden wist ik mij vaak geen raad. Ze haalden het bloed onder mijn nagels vandaan. Radeloos werd ik er van. Zelfs zo radeloos dat ik een keertje voor een volle klas in huilen uitbarstte. Toen werd het van de schrik wat beter.

Cultuurverschillen overbruggen is niet vanzelfsprekend. Ik heb er hard voor moeten werken. Ik had als leraar dan ook geen andere keus, kon er niet voor weglopen. Voordat ik in het onderwijs ging werken was het mij kennelijk altijd goed gelukt om de confrontatie te mijden. Naast een Surinamer zitten in de tram en glimlachend knikken als je de tram weer verlaat. Het is wat anders dan samenwerking aangaan. Laat staan echt interesse tonen.

Een van de drie Marokkaanse jongens kwam ik later regelmatig tegen in de supermarkt waar ik boodschappen deed. Mohammed werkte er als vakkenvuller om wat bij te verdienen. We maakten altijd een kletspraatje. Hij vertelde dan over zijn opleiding bij het ROC en over zijn plannen voor de toekomst. Hij had een vlotte babbel en wilde graag verkoper worden. Of een eigen winkel openen. Ik genoot van de passie waarmee hij er over vertelde.

Op een dag kwam ik hem weer tegen en was er iets veranderd. De altijd vrolijke jongen lachte niet meer. Er was verdriet in zijn ogen te zien. Ik vroeg hem hoe het met hem ging. Hij vertelde dat hij al heel lang aan het solliciteren was maar dat niemand hem wilde aannemen. Omdat hij een Marokkaan was. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen hij dat vertelde. Vooral omdat ik mij realiseerde dat het waar was.

De laatste keer dat ik Mohammed sprak twijfelde hij hevig of hij politieagent wilde worden. Het was een mooie kans op een baan, en het leek hem leuk. De keuze was moeilijk omdat zijn Marokkaanse vrienden het geen goed idee vonden – waarschijnlijk omdat een deel van hen er criminele activiteiten op na hield.

Het is nu tien jaar geleden dat dit verhaal zich afspeelde. Het uitzicht op de arbeidsmarkt voor allochtone jongeren is er niet beter op geworden. In tegendeel. Op school is men nog vol goede moed. De ellende begint pas als de opleiding is afgerond. Opgeleid waarvoor?

Deze column verscheen eerder in Bij de Les.

Jongeren missen de boot

Dit keer geen onderzoek van een wetenschappelijk bureau onder leiding van PvdA hotemetoten, maar een onderzoek van specialisten uit het veld. Van een bedrijf dat zijn geld verdient met verstand hebben van de arbeidsmarkt: uitzendorganisatie Manpower. De conclusies liegen er niet om. Ze sluiten aan bij mijn eigen ervaring met deze groepen jongeren. Als ik het kabinet was zou ik er alvast maar wat geld voor reserveren.

Bijna 40 procent van alle jongeren onder 24 jaar komt in de nabije toekomst moeilijk aan de slag, voorspelt het onderzoek ‘De grenzeloze generatie op de arbeidsmarkt’ dat uitzendorganisatie Manpower vandaag presenteert. (…)

“Een verontrustend grote groep dreigt de aansluiting met de arbeidsmarkt te missen”, zegt Haico van der Pol van Manpower. “Ook als de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt, komen deze jongeren steeds moeilijker aan werk.” (…)

De uitzendorganisatie constateert verder dat zich een tweedeling aftekent. 43 procent van alle jongeren stapt in tegenstelling tot de probleemgroep juist zeer zelfverzekerd de arbeidsmarkt op. Van der Pol: “Deze jongeren, veelal hbo’ers en academici, vinden zichzelf heel bijzonder en zijn geneigd zichzelf centraal te stellen. Ze dichten zichzelf – veel meer dan andere generaties – goede leiderschapskwaliteiten toe en hechten aan vrijheid en zelfstandigheid in hun baan. Ook deze groep vraagt van werkgevers een specifieke aanpak om ze binnen te halen en te hoúden.” (…)

De  eerste groep betreft jongeren zonder MBO diploma. Zij missen behalve een startkwalificatie vooral zelfvertrouwen en als gevolg daarvan de sociale vaardigheden om binnen een bedrijf ‘normaal’ te functioneren. Niet binnen het systeem passen is hen aangeleerd, privé en op school. Zij zijn er zelf in gaan geloven.
De tweede groep jongeren, van zelfverzekerde hbo’ers en academici, lijkt voor minder problemen te zorgen. Ik ben daar niet zo zeker van. Als een werkgever de jonge werknemer de leiderschaprol geeft waar hij om vraagt, bestaat er een grote kans dat hij hard onderuit gaat. Dat zou een goede leerschool zijn ALS de jonge werknemer in staat is van zijn fouten te leren. Waarschijnlijk zoekt deze jongere de oorzaak van het falen bij iedereen behalve bij zichzelf. Als aan de andere kant, een werkgever niks doet met de (misplaatste) ambitie van de jonge werknemer, dan zal het ongeduld ervoor zorgen dat er snel een nieuwe baan wordt gevonden. Met dezelfde valkuilen.

Artikel BN De Stem HIER.

Archief